De Sint Jansboom heeft altijd een voorname rol gespeeld in het functioneren van het gilde. Elk jaar op kermisdinsdag wordt hij door de buurtbewoners (vanouds de bewoners van de drie oude boerderijen, de anderen zijn er niet actief bij betrokken) versierd met varens en bloemen, op de grond een hart van geel zand, en daarin met bloemen aangebracht de tekst: “Hulde aan Sint Jan”. Eens in de drie jaar wordt daaraan toegevoegd: “en de nieuwe koning’. Het Sint Jansgilde houdt die dag zijn traditionele ommeganck.

's Morgens vroeg wordt de koning aan huis afgehaald. De kapitein pareert (= groet met) de piek en nodigt hem uit in te treden in het gilde. Het gilde begeleidt hem naar de kerk, waar de gildemis voor de levende en overleden leden wordt bijgewoond. Na de Heilige Mis wordt de “eed van trouw aan het kerkelijk gezag” vernieuwd in de vorm van een vendelhulde aan de pastoor, waarna o.a de cafés worden bezocht en de inwendige mens wordt gelaafd, in het begin vooral met koffie. De nieuwe deken wordt benoemd en geïnstalleerd met de palmtak op de hoed en eventuele jubilarissen worden gehuldigd. Daarna trekt het gilde (vroeger via de zogeheten Schuttebeemd) naar de versierde Sint Jansboom.

Het gilde stelt zich op om de boom, en dan is het enige moment in het jaar aangebroken waarop de nieuwe leden onder de boom worden ingewijd als lid van het gilde. Wie er niet bij kan zijn op die dag moet een jaar wachten. Nieuwe leden, die de leeftijd van 16 jaar bereikt moeten hebben, moeten een intreegeld betalen en de gelofte op het vaandel afleggen. Daarna worden zij door de eerste deken ingewijd met een flinke kwast water en onder tromgeroffel zwaait de vendrik het vaandel drie keer over hun hoofd (het inwijden van nieuwe leden gebeurt overigens pas sinds 1972 bij de Sint Jansboom. Voorheen werd dat gedaan na afloop van de ommeganck bij het gildenhuis). Vervolgens lopen alle gildenbroeders, voorafgegaan door de koning en de kapitein, om de boom heen en offeren op een daartoe geplaatste schaal, waarbij de kapitein vanouds verplicht is namens het gilde een rijksdaalder te offeren. Het totale bedrag is bestemd voor de buurt en wordt verdeeld onder de jeugd, die er de laatste dag van de kermis mee kan gaan vieren.

Na een vendelgroet aan de buurtschap De Heuvel trekt het gilde verder naar Cranendonck, waar bij het gemeentehuis van de voormalige gemeente Maarheeze de “eed van trouw aan het wereldlijk gezag” in de vorm van een  vendelhulde t.o.v. het gemeentebestuur wordt vernieuwd en waar het gilde feestelijk onthaald wordt. Na een korte stop bij de gildeheer op de Perkhoeve komt het gilde met zijn gasten in het gildenhuis aan, waar de inwendige mens gesterkt wordt. Daarna werden vroeger bij opbod de vruchten op de gildeakkers verkocht. Vroeger werden zij tijdens de ommeganck eerst bezichtigd. Nog steeds vindt er trouw aan die traditie een verkoop plaats. Daarbij gaat het niet meer om de vruchten van de gildeakker, maar om door de leden geteelde vruchten. Tot slot van de ommeganck doet het bestuur de nieuwe deken uitgeleide naar een café, lid van het gilde, waar de nieuwe deken een rondje sterke drank trakteert.